De procedure omvat twee verschillende stappen:
1) De aangifte bij de politie oftewel het Openbaar Ministerie.
2) Een gerechtelijke procedure bij de kantonrechter.
Bij stap 1 gaat het om een strafbaar feit wat gemeld wordt via een aangiftebij de politie, die het na een voorlopig onderzoek doorstuurt naar de Officier van Justitie. Deze besluit om de aangifte niet te vervolgen (te seponeren) of wel te vervolgen. In de aangifte gaat het om verduistering. Een misdrijf volgens het Wetboek van Strafrecht, artikelen 221 t/m 225 dat kortweg betekent dat iemand opzettelijk gelden steelt, die door jou aan diegene in bewaring gegeven zijn.
Bij stap 2 gaat het om een verzoek aan de rechtbank om iets te doen; in dit geval de voorzitter van de stichting uit zijn functie te zetten wegens slecht bestuur of andere nalatigheden. De rechtbank beoordeelt dit verzoek aan de hand van wat bijvoorbeeld in de statuten van de stichting afgesproken is wat de taken van de voorzitter zijn. Handelt een voorzitter niet zoals dat in de statuten verplicht gesteld wordt, dan zal de rechtbank de voorzitter ontslaan (en in dit geval omdat het om het enige bestuurslid gaat) een bewindvoerder aanstellen.